E-commerce, de verkoop via internet, ontwikkelt zich razendsnel in Europa. In België wordt het e-commercelandschap gedomineerd door een diverse groep van e-commerceplatformen. De Nederlandse platformen Bol.com en Coolblue hebben een sterke positie op de Vlaamse markt. Ook het Duitse platform Zalando en het Amerikaanse Amazon met zijn Europese vestigingen leveren veel aan Belgische consumenten. Het Franse platform Amazon.fr is bv. succesvol in Wallonië. Op eigen bodem is Vanden Borre het grootste Belgische e-commerceplatform. Uiteraard mogen de vele (kleinere) handelszaken met hun eigen webshops niet vergeten worden, maar circa 75 % van de online-omzet in België wordt volgens Comeos, de Belgische beroepsfederatie van de distributie, wel gerealiseerd door de 100 grootste e-commerceplatformen en webshops.
Het VBO heeft een uitgebreide studie gedaan over e-commerce in België, en wat bijzonder is, is dat er ook gekeken werd naar de gevolgen ervan voor de maakindustrie. . Op de VBO-website kan u het webinar over e-commerce herbekijken via: https://www.vbo.be/events/20220530—e-commerce/Program/
België achterop tegenover Nederland en Duitsland
De snelle ontwikkeling van e-commerce in Europa verloopt evenwel niet overal ‘even snel’. In bijgevoegde grafiek zien we dat Duitsland en Nederland duidelijk de koplopers zijn. Op 10 jaar tijd (2009-2019) steeg de online-handel er met pakweg 250 %. In België een stuk minder snel, maar met +100 % toch ook indrukwekkend, want een verdubbeling op 10 jaar tijd. En merkwaardig genoeg is het groeitempo in Frankrijk maar 50 % op 10 jaar, dus maar de helft van het Belgische groeitempo inzake e-commerce. Nederland en Duitsland hebben vooral sinds 2015 een groeispurt gekend.
Snel groeien vanaf een zeer laag peil is ‘niet moeilijk’. Maar hoeveel stelt de e-commerce nu al voor in de totale omzet van de detailhandel? In Nederland is dat al 35 %, in Duitsland 20 %. In Frankrijk gaat het om 13 % en in België iets hoger, namelijk 16 %. Toch is dit niet het volledige plaatje. Want deze cijfers zouden doen veronderstellen dat de Belgen (en de Fransen) minder geneigd zouden zijn om online te kopen dan de Nederlanders en de Duitsers. ‘Vanuit de vaststelling dat er van de vraagzijde wel een zeer sterke toename is geweest in België, kunnen we enkel concluderen dat Belgische klanten zeer vaak gebruik maken van en bediend worden door buitenlandse e-commerceplatformen, voornamelijk uit Nederland, Duitsland of door één van de Europese Amazonvestigingen’, zo lezen we in het VBO-rapport.
‘Verbod’ op nachtarbeid
De relatief minder ontwikkelde e-commerce in België in vergelijking met bv. Nederland zou volgens berekeningen van het VBO overeenkomen met 40.000 à 50.000 gemiste jobs over een periode van 10 jaar. Comeos heeft in kaart gebracht dat circa 20.000 jobs in distributiecentra zich net over onze landsgrens bevinden. Voor het VBO en Comeos ligt de hoofdoorzaak hiervan bij de strikte regeling van ‘nachtwerk’ in België.
Eén van de cruciale troeven van de buitenlandse e-commercebedrijven is next day delivery, waarbij de pakjes in de grote buitenlandse distributieplatformen ’s avonds worden klaargemaakt voor uitlevering aan klanten de volgende dag. En daar knelt het schoentje: in België is nachtarbeid in principe verboden en die nachtarbeid wordt volgens de Arbeidswet van 16 maart gedefinieerd als arbeid tussen 20 uur en 6 uur ’s ochtends, tenzij voor een aantal uitzonderingen, waar e-commerce niet toe behoort.
Met de zogenaamde ‘Wet Peeters’ kan nachtarbeid in de handelssector worden ingevoerd, maar slechts op ondernemingsniveau via strikte met de vakbonden te onderhandelen invoeringsprocedures (via een ondernemings-cao of de wijziging van het arbeidsreglement). De (te) hoge financiële eisen inzake toeslagen weerhielden heel wat ondernemingen ervan om avond- en nachtwerk op de onderhandelingstafel te leggen. Voor andere werd de invoering bemoeilijkt, gezien dit de kostprijs zodanig opdreef dat hun concurrentiepositie t.o.v. de ondernemingen in de ons omringende landen werd aangetast.
De huidige federale regering heeft – in het kader van de zogeheten ‘Arbeidsdeal’ – wel een nieuwe soepele maatregel voorzien, waarbij geïnteresseerde ondernemingen een experiment rond avondwerk kunnen opzetten met vrijwilligers met een maximumduur van 18 maanden, waarbij wel de ondernemingsorganen of de werknemers betrokken moeten worden maar zonder dat hiervoor ‘financiële’ onderhandelingen met de vakbonden moeten worden gevoerd. Bijkomend zal de experimentele regeling die afliep in 2019, en die voorzag in de mogelijkheid om tijdelijk avondwerk in te voeren, via een ‘gewone’ cao, definitief en voor onbepaalde tijd worden ingevoerd. Maar… het is evenwel nog wachten op concrete wetteksten.
Bron: Fedustria