Marc Van den Bosch, directeur-generaal van FEBEG, kwam op de Raad van Bestuur van Fedustria tekst en uitleg geven bij de (zeer) hoge stroom- en gasprijzen sinds het begin van de herfst van vorig jaar. En hoe dat komt en wat we mogen verwachten voor de korte en de middellange termijn. Marc Van den Bosch is geen onbekende: eerst was hij 14 jaar milieuadviseur bij Centexbel, vervolgens 14 jaar milieuadviseur bij Voka, en nu al zo’n 10 jaar algemeen directeur van FEBEG, de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven.
Fossiel blijft (nog lang) belangrijk
Marc Van den Bosch waarschuwde vooreerst voor simplismen en eenzijdigheid in het energiedebat. Het is een complexe en technische aangelegenheid. Zo ging hij van start met de mededeling dat we nog lang niet van fossiele brandstoffen af zijn. De cijfers zijn sprekend. Bijna de helft van het finaal energieverbruik in België gebeurt nog steeds op basis van olie (47%); denk bv aan het transport (met een aandeel van 22% in het finaal energieverbruik). Op de tweede plaats komt … gas dat nog eens voor 26% van het finaal energieverbruik instaat. Elektriciteit maakt maar 18% van ons finaal energieverbruik uit, en zowat de helft daarvan (dus zo’n 10% van ons totale energieverbruik) komt vandaag van kernenergie. Dat betekent in feite dat we nog lang met fossiele brandstoffen zullen moeten rekening houden in onze economie en in onze samenleving. De politieke partij(en) die beweren dat we spoedig naar “100% hernieuwbaar” zullen gaan, maken ons dus fabeltjes wijs.
De 18% van ons finaal energieverbruik die uit de elektriciteitsproductie komt, ontstaat, naast die 50% uit kernenergie, voor 37% uit natuurlijk gas en biomassa, en verder komt 10% van onze elektriciteit uit windturbines. Zonne-energie staat voor amper 4%. Zonnepanelen in ons land hebben maar een capaciteitsrendement van 9%, terwijl offshore windmolens toch 55% halen (kerncentrales meer dan 95 %). De totale elektriciteitsproductie in België bedroeg in 2021 81 terrawattuur.
Ongeziene prijsstijgingen … maar niet overal in de wereld
Marc Van den Bosch beklemtoont dat de forse prijsstijgingen voor energie niet overal dezelfde zijn. De gasprijzen in Europa zijn fors gestegen, een veelvoud tegenover een jaar geleden, terwijl die in de VS maar met 20% gestegen zijn. Op 8 maart 2022 waren de gasprijzen in Amerika zevenmaal goedkoper dan in de EU. Vandaar ook de Europese interesse in LNG (Liquified Natural Gas) uit Amerika.
De groothandelsprijzen van gas worden vrijwel volledig en direct doorgerekend in de consumentenprijzen. Voor consumenten en bedrijven betekent dit fors stijgende facturen. Voor consumenten kan dat een stijging van de gasfactuur tot 3.000 euro op jaarbasis inhouden. Voor elektriciteit kan het op jaarbasis een meerkost van ruim 1.600 euro betekenen. Dat neemt een hap weg uit de koopkracht.
De federale regering probeert die meerkosten voor een aantal gezinnen op te vangen met het zogenaamde ‘sociaal tarief’. Maar de kloof tussen het normale residentiële tarief en het sociaal tarief loopt snel op, en de kost voor de overheid (= belastingbetaler) wordt gigantisch. Was in januari 2021 het sociaal tarief voor gas in België nog 359 euro tegenover een residentieel tarief van 828 euro (verhouding van ongeveer 1 op 2) was dat een jaar later, in januari 2022, al heel anders: het sociaal tarief was weinig gestegen, tot 503 euro; maar het residentieel tarief voor de overige consumenten was wel opgeklommen tot 2.764 euro, waardoor de verhouding is opgeklommen naar 1 op 5, waardoor gezinnen uit de lagere middenklasse die niet voor het sociaal tarief in aanmerking komen, er fors op achteruitgaan.
Toekomst is onzeker, maar binnen een jaar lagere prijzen verwacht
De oorlog die Rusland in Oekraïne begonnen is, heeft een nieuwe stijging van de gasprijzen (en in mindere mate van de stroomprijzen) in gang gezet. Dat komt vooral door de onzekerheid die erdoor is ontstaan: gaat de olie- en gastoevoer uit Rusland behouden blijven? Door die onzekerheid kunnen de hoge prijzen nog een tijdje aanhouden. Maar de markten zien toch een “ontspanning”, binnen één jaar en zeker binnen twee jaar, zoals te zien is aan forward-prijzen. Maar op korte termijn, voor de zomer en voor de winter van 2022, zouden de prijzen nog hoog blijven, in elk geval een heel stuk boven de (lage) gasprijzen van bv. de eerste helft van vorig jaar (2021), toen ze bv. nog onder de 20 euro per MWh waren terwijl ze in maart en april 2022 boven de 100 euro lagen. Maar we zien toch een dalende tendens.
De elektriciteitsprijzen zijn daar een afgeleide van, vermits veel elektriciteit met gas geproduceerd wordt. Marc Van den Bosch wijst op de marktwerking: de elektriciteitsprijzen zijn het resultaat van de duurste centrale in werking in de desbetreffende regio. De marginale kostprijs van deze duurste centrale bepaalt de elektriciteitsprijs voor de regio waarvoor ze van toepassing is. De efficiëntste centrales maken daardoor natuurlijk extra winsten, maar het is tevens een marktsignaal om de duurste te sluiten en te investeren in de meest efficiënte. Hij wijst er ook op dat het ETS (European Emission Trading System), dat een prijs zet op de CO2-uitstoot van de energiecentrales, ook voor een marktcorrectie zorgt. Maar het is tevens ook een element van prijsverhoging voor de elektriciteitsfactuur van de bedrijven. En dat is een factor die Europa zelf in de hand heeft.
Bevoorradingszekerheid in België?
Marc Van den Bosch sloot zijn tussenkomst af met een vooruitblik op de elektriciteitsbevoorrading in België na de (gedeeltelijke) kernuitstap. Wanneer 5 van de 7 kerncentrales in 2025 gesloten zullen zijn, zal er zowat 4 gigawatt aan capaciteit verdwijnen. Dat is ruim een kwart van de capaciteit die nodig is voor een bevoorradingszekerheid inzake stroom in ons land. Hij wijst erop dat zeker voor 3 tot 3,5 gigawatt aan nieuwe capaciteit nodig zal zijn onder de vorm van te bouwen gascentrales. Die zullen echter niet gebouwd worden indien er geen subsidies worden gegeven, want anders zijn ze onrendabel. Het CRM-mechanisme lost dat op (CRM = Capaciteits Remuneratie Mechanisme). Zelfs bij het openhouden van de twee jongste kerncentrales is die extra capaciteit nodig. En dan nog wordt het spannend in de winter van 2025-2026… indien de twee verlengde kerncentrales nog niet operationeel zouden zijn wegens de noodzakelijke extra investeringen.
Tevens zal er fors in hernieuwbare stroomopwekking moeten worden geïnvesteerd, zonnepanelen en windenergie, vooral offshore windparken in de Noordzee. Er zal meer elektriciteit worden verbruikt in de energietransitie die Europa heeft uitgestippeld: meer elektrische wagens en gebruik van warmtepompen. Daardoor zal er in de toekomst meer stroom nodig zijn dan vandaag.
Bron: Fedustria