Twee keer per jaar bevraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zijn sectorfederaties, waaronder Fedustria, om de economische temperatuur op te meten. Op basis van dat onderzoek (deze keer afgenomen in november) wordt dan een balans opgemaakt van de Belgische economische situatie en van de vooruitzichten voor het komende halfjaar. Hoewel de conclusie iets minder pessimistisch is dan bij de mei-enquête (toen de activiteitsdaling zo’n 21 % bedroeg), blijkt toch dat de meeste sectoren nog steeds geen goed oog hebben in de economische activiteit.
Economische activiteit: 7 % lager dan normaal in november 2020 en naar verwachting nog 3 à 5,3 % lager dan normaal over zes maanden
Gemiddeld lag de economische activiteit in de door het VBO gepeilde sectoren in november nog altijd bijna 7 % lager dan normaal. De tweede Covid-19-golf en de bijbehorende lockdown hebben het economisch activiteitsniveau dus logischerwijs opnieuw gedrukt na een minder slecht derde kwartaal (‘slechts’ -5,1 %). Ter herinnering: de Fedustria-sectoren hebben in het derde kwartaal 2020 globaal een omzetstijging geboekt (t.o.v. Q3 2019).
Over zes maanden verwachten alle sectoren samen gemiddeld dat het activiteitsniveau nog altijd tussen 3 en 5,3 % lager zal liggen dan normaal. Uit de Fedustria-enquête kwamen we op ongeveer hetzelfde uit: -2 % voor 2021. Een heel aantal tweederonde-effecten (faillissementen, uitstel bedrijfsinvesteringen, structureel jobverlies) zullen in het voorjaar immers beginnen wegen op de groei, terwijl de vaccinatiestrategie pas een normalisering van het economisch leven zal toelaten vanaf de (late?) zomermaanden.
Voor bijna 62 % van de sectoren zou de activiteit over zes maanden 5 tot 30 % lager blijven. In gewogen gemiddelde zou de daling van de bedrijvigheid t.o.v. het normale niveau over zes maanden nog tussen 3 % en 5,3 % liggen, tegenover een vork van -5 tot -9 % tijdens de vorige enquête. Voor de Fedustria-sectoren textiel, hout en meubel zijn de vooruitzichten wel wat minder pessimistisch, al zijn er grote verschillen tussen productgroepen, en, zeker tussen bedrijven.
Tijdelijke werkloosheid drie keer hoger dan in september, maar nog drie keer lager dan in april
De tweede coronagolf en de daarmee gepaard gaande tweede lockdown hebben het aantal personen in tijdelijke werkloosheid opnieuw doen oplopen van 105.000 à 110.000 personen per dag in september en oktober (3,4 % van de werkgelegenheid in de privésector) tot 312.000 personen midden november (9,8 %). Dat is een enorme stijging, maar het aantal tijdelijk werklozen is tijdens de tweede lockdown wel beduidend lager gebleven dan tijdens de eerste in april, toen op een bepaald ogenblik bijna 1 miljoen personen (bijna 30 % van de werkenden) in tijdelijke werkloosheid zaten. Die ontwikkeling wordt ook bevestigd in de VBO-enquête. Als gewogen gemiddelde lag de werkgelegenheid in de bedrijven en sectoren in november 9 % lager dan het normale niveau, tegenover nog 23 % lager in mei.
Ook in de Fedustria-sectoren zagen we een spectaculaire verbetering van de tijdelijke werkloosheid van april tot juli: voor textiel van 55 % naar 10 %, voor meubel van bijna 50 % naar 5 %, en voor de houtverwerkende activiteiten van 23 % in april naar 2 % in juli. Tegen het einde van het jaar 2020 liep de tijdelijke werkloosheid weer op, maar bleef ver onder de recordniveaus van april 2020 (zie grafiek).
Werkgelegenheid zal al bij al goed standhouden
Wanneer we rekening houden met het relatieve gewicht van de respondenten inzake werkgelegenheid, zou de werkgelegenheid over zes maanden nog tussen 2,3 % en 4,1 % lager liggen dan normaal. In mei verwachtten de bedrijven (alle sectoren samen) nog dat de werkgelegenheid zes maanden later tussen 4,7 % en 8,3 % lager zou liggen. De Fedustria-cijfers liggen hiermee in lijn.
De vooruitzichten voor de werkgelegenheid zijn dus wat minder negatief dan de vooruitzichten voor de economische activiteit. Dat heeft enerzijds te maken met de krappe situatie op de arbeidsmarkt, wat de retentie van arbeidskrachten bijzonder belangrijk maakt. Anderzijds zorgen de maatregelen ter bestrijding van Covid-19 er ook voor dat meer arbeidsinzet nodig is dan vroeger voor eenzelfde activiteitsniveau. De coronacrisis oefent bijgevolg ook een negatieve impact uit op de arbeidsproductiviteit (zie na). Samen met de automatische stijging van de loonkosten door indexering en barema’s weegt dat natuurlijk op de winstgevendheid van de bedrijven.
Bron: Fedustria