BelgoFurn, de exportpromotiedivisie van Fedustria, trok begin februari met zeven Belgische meubelbedrijven naar de Stockholm Furniture Fair. De deelnemende merken waren Bulo, Toon De Somer, Roolf Living, Heatsail, Vipack, Jati & Kebon en Vonk Furniture. Na een succesvolle deelname aan het Salone del Mobile in Milaan presenteerden de fabrikanten hun nieuwe collecties in een gezamenlijk Belgisch paviljoen, getekend door Studio Segers. ‘De aanwezigheid van de Belgen ging er niet onopgemerkt voorbij’, zegt Kevin Snyders (Belgofurn/Fedustria), die het project initieerde en begeleidde. ‘Iedereen die de beurs binnen kwam, kreeg meteen zicht op onze Belgische stand, wat een opsteker was voor alle partijen. Dit gaan we sowieso herhalen.’
door Veerle Windels
Hoe hebben jullie de beurs ervaren?
Kevin Snyders: ‘Heel goed. Stockholm Furniture Fair is een heel andere beurs dan pakweg Salone del Mobile in Milaan, Maison & Objet in Parijs of de Meubelbeurs van Brussel. Er zijn slechts drie hallen dus de beurs is behapbaar op een of twee dagen. Bovendien is het een heel Nordic gegeven. De fabrikanten die er staan, de winkeliers die erop afkomen: vaak zijn die afkomstig uit de Scandinavische landen. Je vindt hier nauwelijks Nederlanders of Britten. Dus kregen we hier vooral mensen te zien die we nog nooit eerder hadden gezien. Boeiend.’
Zijn er veel bestelbonnen ingevuld?
Kevin Snyders: ‘Toch wel. Maar het is ook niet de enige bedoeling van zo’n beurs. Er zijn veel contacten gelegd. Op alle niveaus. Dit is een beurs waar misschien slechts een tiende bezoekers naartoe komt als je de vergelijking maakt met pakweg Maison & Objet, maar je krijgt er ook wel én de retailers én de projectmarkt te zien. Er zijn dus veel contacten gelegd met zowel retailers uit het Noorden als met mogelijke agenten, maar evengoed met interieurarchitecten. We hadden vanuit Belgofurn ook wel ons huiswerk gemaakt over de markt.’
Dit is dus voor herhaling vatbaar?
Kevin Snyders: ‘Ik denk dat het voor iedereen een positief verhaal geweest is. Ook al omdat de fabrikanten onder elkaar enorm goed gepraat hebben en ideeën hebben uitgewisseld. Als je dit principe, een gemeenschappelijke stand, naar andere beurzen zou brengen, dan kan dat een soort Belgian hub worden van waaruit heel veel retailers of andere bezoekers hun toer van een beurs kunnen starten of eindigen. Dan worden we een plek waar er ook eens een glas kan worden gedronken en waar mensen met elkaar in gesprek gaan. Eerlijk: ik vind dit voor herhaling vatbaar, bijvoorbeeld op een beurs als Maison & Objet.’